De kwantitatieve stoelgangsuikertest is een diagnostisch hulpmiddel dat de hoeveelheid specifieke suikers in de ontlasting meet om koolhydraatmalabsorptie te beoordelen. Het helpt bij het identificeren van aandoeningen zoals lactose-intolerantie, fructose-intolerantie en andere stoornissen die de spijsvertering en opname van suikers beïnvloeden. Door het detecteren van onverteerde suikers zoals lactose, fructose of sorbitol in de ontlasting, ondersteunt deze test zorgverleners bij het vaststellen welke suikers het spijsverteringssysteem moeilijk kan verwerken, wat vaak gepaard gaat met symptomen als een opgeblazen gevoel, gasvorming, diarree en buikpijn.
Mensen die symptomen van koolhydraatmalabsorptie ervaren, zoals winderigheid, een opgeblazen gevoel, diarree en buikpijn na het consumeren van bepaalde suikers, zouden deze test moeten overwegen. Het wordt vooral aanbevolen voor mensen die verdacht worden van lactose- of fructose-intolerantie of andere gerelateerde spijsverteringsstoornissen.
Symptomen die een bloedsuikertest kunnen rechtvaardigen zijn chronische diarree, buikkrampen, een opgeblazen gevoel en winderigheid, vooral na de consumptie van specifieke soorten koolhydraten zoals zuivelproducten (lactose) of fruit en zoetstoffen (fructose).
Abnormale resultaten worden meestal veroorzaakt door een onvermogen om bepaalde suikers te verteren door tekorten aan specifieke enzymen zoals lactase in het geval van lactose-intolerantie of problemen met de transportmechanismen in de darmcellen. Deze tekorten verhinderen de normale afbraak en opname van suikers.
De monsters worden in een laboratorium geanalyseerd om de hoeveelheid onverteerde suikers op te sporen en te meten, wat wijst op malabsorptie.