High-sensitiviteit C-reactief proteïne (hs-CRP) is een bloedtest die lage niveaus van C-reactief proteïne (CRP) meet, een belangrijke marker voor ontsteking in het lichaam. In tegenstelling tot standaard CRP-tests kan hs-CRP subtiele ontstekingen detecteren, waardoor het vooral nuttig is voor het beoordelen van het risico op hart- en vaatziekten zoals hartaanvallen en beroertes. Verhoogde hs-CRP-waarden kunnen wijzen op een hoger risico op hartziekten, zelfs wanneer andere risicofactoren afwezig zijn.
Mensen die risico lopen op of zich zorgen maken over hart- en vaatziekten hebben baat bij het testen van hun hs-CRP-niveaus. Hieronder vallen mensen met een familiegeschiedenis van hartaandoeningen, mensen met bekende risicofactoren (zoals hoge bloeddruk, diabetes of een hoog cholesterolgehalte) en iedereen die geïnteresseerd is in een uitgebreide beoordeling van de gezondheid van hun hart. Regelmatige controle van hs-CRP kan ook nuttig zijn voor mensen die hun levensstijl veranderen of een behandeling ondergaan om hun hartrisico te verlagen.
Het belangrijkste verschil tussen hs-CRP- en CRP-tests ligt in hun gevoeligheid. hs-CRP (hooggevoelig CRP) is gevoeliger en kan lagere ontstekingsniveaus detecteren, waardoor het geschikt is voor het beoordelen van het risico op hart- en vaatziekten. De standaard CRP-test wordt daarentegen gebruikt om hogere ontstekingsniveaus te detecteren, meestal voor het diagnosticeren en controleren van aandoeningen zoals infecties, auto-immuunziekten en chronische ontstekingsziekten.
Hoewel hs-CRP geen op zichzelf staande voorspeller van hartaanvallen is, kunnen hoge niveaus duiden op een hoger risico op cardiovasculaire voorvallen. Het wordt vaak gebruikt in combinatie met andere risicobeoordelingen voor een completere evaluatie.
Hoge hs-CRP-niveaus duiden meestal op de aanwezigheid van ontstekingen in het lichaam. Hoewel ze niet specifiek zijn voor een bepaalde aandoening, worden verhoogde hs-CRP-niveaus vaak in verband gebracht met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, zoals hartaanvallen en beroertes. Ze kunnen ook wijzen op andere ontstekingsaandoeningen, waaronder auto-immuunziekten en infecties.