Het pH-niveau in water is een maat die de zuurgraad of alkaliteit ervan weergeeft op een schaal van 0 tot 14. Een pH van 7 duidt op neutraal water, waarden onder 7 geven zuurgraad aan, en waarden boven 7 wijzen op alkaliteit. Het pH-niveau speelt een belangrijke rol bij het bepalen van het chemische gedrag van water en de interactie met leidingen en andere materialen.
Het testen van de pH-waarde in water is cruciaal omdat extreme pH-waarden (te hoog of te laag) kunnen leiden tot problemen met de waterkwaliteit en -behandeling. Een lage pH-waarde kan corrosie in leidingen veroorzaken, waardoor metalen in het water vrijkomen, terwijl een hoge pH-waarde kan leiden tot kalkaanslag en de werkzaamheid van desinfecterende middelen zoals chloor kan beïnvloeden.
De pH-waarde kan de smaak en algemene kwaliteit van drinkwater aanzienlijk beïnvloeden. Water met een zeer lage pH kan metaalachtig of zuur smaken door opgeloste metalen, terwijl een hoge pH het water een glibberig gevoel en een frisdrankachtige smaak kan geven. Beide uitersten kunnen water onaangenaam maken om te drinken.
Blootstelling aan water met een extreem hoge of lage pH-waarde kan nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid. Hoge pH-waarden kunnen huid- en oogirritatie veroorzaken en huidaandoeningen verergeren. Omgekeerd kan een lage pH-waarde leiden tot metaalvergiftiging, omdat zuur water metalen uit leidingen kan oplossen.
Een onevenwichtige pH-waarde in water kan worden veroorzaakt door natuurlijke factoren zoals de aanwezigheid van bepaalde mineralen en bodems, of door menselijke activiteiten zoals industriële lozingen, mijnbouwactiviteiten en afspoeling uit de landbouw. Ook waterbehandelingsprocessen kunnen de pH-waarde van water veranderen.