Ketonen zijn stoffen die worden geproduceerd wanneer het lichaam vetten afbreekt voor energie, vooral bij een lage koolhydraat-inname zoals vasten of het volgen van een ketogeen dieet. Dit proces, ketose genaamd, vindt voornamelijk plaats in de lever en genereert belangrijke ketonen zoals beta-hydroxyboterzuur, acetoacetaat en aceton. Ketonen dienen als een alternatieve energiebron, vooral voor de hersenen, maar verhoogde niveaus kunnen wijzen op ernstige aandoeningen zoals diabetische ketoacidose (DKA) bij mensen met diabetes.
Ketonen zijn bijproducten die geproduceerd worden tijdens de afbraak van vetten wanneer glucose niet beschikbaar is als primaire energiebron. Ze zijn cruciaal voor het leveren van energie tijdens perioden van vasten of lage koolhydraatinname en spelen een belangrijke rol bij het handhaven van energieniveaus in omstandigheden met weinig glucose.
Mensen met type 1 diabetes worden in het bijzonder aangemoedigd om hun ketonspiegels regelmatig te controleren omdat ze een hoger risico lopen op het ontwikkelen van diabetische ketoacidose, een gevaarlijke aandoening als er niet snel iets aan gedaan wordt. Mensen die een streng ketogeen dieet volgen, kunnen ook hun ketonen controleren om er zeker van te zijn dat ze in ketose blijven.
Het ketongehalte kan worden gemeten met bloed-, urine- of ademtests. Bloedtesten zijn het meest nauwkeurig, maar vereisen een klein bloedmonster. Urinestrips, die minder nauwkeurig zijn, kunnen nog steeds een snelle indicatie geven van het ketonniveau, terwijl ademanalysatoren het acetongehalte meten en voornamelijk worden gebruikt door mensen die een ketogeen dieet volgen.
Hoge ketonspiegels kunnen worden veroorzaakt door ongecontroleerde diabetes, met name type 1 diabetes, langdurig vasten of een koolhydraatarm, vetrijk dieet. Bij diabetici kunnen hoge niveaus wijzen op onvoldoende insuline, wat leidt tot het gebruik van vetten voor energie, wat resulteert in de productie van ketonen.