De aanwezigheid van HSV-1 IgG-antistoffen duidt op een eerdere of huidige infectie met het herpes simplexvirus type 1. HSV-1 wordt meestal geassocieerd met orale herpes, maar kan ook genitale infecties veroorzaken. IgG-antistoffen verschijnen doorgaans enkele weken na de eerste infectie en blijven levenslang in het lichaam, waarbij ze als marker dienen voor eerdere blootstelling. Deze test geeft niet aan of de infectie momenteel actief is, maar helpt bevestigen of het immuunsysteem het virus heeft ontmoet. Een positieve uitslag kan klinisch relevant zijn bij het evalueren van symptomen of als vooronderzoek voorafgaand aan bepaalde medische procedures.
Het testen op HSV-1 IgG-antistoffen kan nuttig zijn voor personen met een voorgeschiedenis van koortsblaasjes, mondlaesies of onverklaarbare neurologische symptomen. Het wordt ook aanbevolen voor degenen die een zwangerschap plannen, een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan of een immunosuppressie hebben. Testen kan ook waardevolle inzichten bieden bij asymptomatische personen, aangezien HSV-1 onbewust kan worden overgedragen.
HSV-1 wordt het meest verspreid via mondeling contact, zoals zoenen of het delen van bestek, lippenbalsem of drankjes. Het kan ook worden overgedragen op de geslachtsdelen tijdens orale seks. Veel mensen raken al in hun jeugd besmet met HSV-1 door toevallig contact.
Een positief resultaat wijst op een eerdere blootstelling aan het HSV-1-virus. Dit betekent dat het lichaam antilichamen tegen het virus heeft aangemaakt, die doorgaans levenslang aanwezig blijven. Het bevestigt niet of het virus momenteel actief is of wanneer de infectie heeft plaatsgevonden.