Glucose is een eenvoudige suiker en de primaire energiebron voor de cellen van het lichaam. Het speelt een vitale rol in de stofwisseling, ondersteunt de hersenfunctie, de spieractiviteit en de algehele energieproductie. De bloedglucosewaarden worden zorgvuldig gereguleerd door hormonen zoals insuline en glucagon. Onevenwichtigheden in de glucosewaarden kunnen leiden tot aandoeningen zoals diabetes, hypoglykemie en hyperglykemie, die de algehele gezondheid beïnvloeden en een juiste beheersing vereisen.
Personen die symptomen van een hoge bloedsuikerspiegel (hyperglykemie) vertonen, zoals vaak plassen, meer dorst, vermoeidheid en wazig zien, moeten een glucosetest ondergaan. Het wordt ook aanbevolen voor mensen die risico lopen op het ontwikkelen van diabetes, zoals mensen met een familiegeschiedenis van diabetes, obesitas of een zittende levensstijl, en voor zwangere vrouwen om te controleren op zwangerschapsdiabetes.
Symptomen die aanleiding kunnen geven tot glucosetests zijn onder andere toegenomen dorst en honger, frequent urineren, onverklaarbaar gewichtsverlies, vermoeidheid, wazig zien en trage genezing van wonden. Deze symptomen kunnen wijzen op mogelijke diabetes of op veranderingen in een bestaande diabetesaandoening.
Abnormale resultaten bij glucosetests kunnen het gevolg zijn van diabetes, aandoeningen van de alvleesklier, bepaalde medicijnen en hormonale stoornissen. Hoge bloedglucosewaarden kunnen wijzen op diabetes of pre-diabetes, terwijl lage waarden kunnen wijzen op hypoglykemie, wat het gevolg kan zijn van overmatige insulineproductie of onvoldoende glucose-inname.
Het lichaam reguleert de glucosespiegel door middel van hormonen zoals insuline en glucagon. Insuline verlaagt de bloedsuikerspiegel door de opname ervan in de cellen te vergemakkelijken, terwijl glucagon de glucosespiegel verhoogt door de afgifte van glucose uit de levervoorraden te bevorderen, zodat er een evenwicht ontstaat dat nodig is voor een optimale werking van het lichaam.